Wie wel eens in een overlegje zit, doet het. Wachten tot dat gaatje valt waarin je snel je mening plugt. Je zit klaar als een teckel bij een muizenhol: de neus vol in dat gat. Je brainwave moet gedeeld.
Dat de muis de nooduitgang al heeft gebruikt, merkt een teckel op zo’n moment niet op. Net zo min als de snelle plugger doorheeft wat ‘ie mist. Je hoort minder als je aast op een moment om te spreken. Je collega’s merken wel dat je klaarzet om toe te slaan. Zien dat je ze niet meer hoort. Effectief?
Nee als je dan toch moet wachten voor je spreekt, doe het dan slimmer. Laat als experiment eens een keer je beurt voorbijgaan. Onderdruk de opborrelende drang tot vlotjes reageren. Bedenk dat je brainwave niet de parel is die het overleg zijn onvergetelijke glans zal geven. En ervaar de lichte gêne als je dat zelf na een paar minuten al ervaart als je niet meer precies weet wat je ook al weer wilde zeggen.
Laat desnoods ook die tweede ronde maar komen en gaan. En benut de tijd met WAIT-en.
What Am I Thinking?
What Am I Telling myself?
What’s Alive in Them?
Why Am I Talking?
Alleen dit rijtje zien, remt je al af. Het roept je tot de orde. Het is ook niet niets. Stil staan bij wat er bij de anderen speelt. Wat je nu eigenlijk echt wil zeggen.
Al wachtend scheidt je het kaf van je koren. Besef je op welk ei je beter nog even broedt.
Gek genoeg krijg je met dit soort wachten vaak geen gaatje maar alle ruimte. Hoe zie jij dit, hoor je ineens. Je team merkt dat je je gedachten ordent over dit onderwerp. En die willen ze graag horen.
Tja en als je na al dit wachten iets zegt…
Met dank aan Marie Miyashiro. Auteur van the Empathie Factor.
Geef een reactie